x

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en krijg als eerste de gelegenheid om je in te schrijven voor de nieuwe jaargang van onze opleiding tot zadelpasser, vóór we de inschrijvingen definitief openen. Let op: De opleidingsplekken zijn beperkt en de vraag is elk jaar groot! Door de groep klein te houden (maximaal 15 studenten), waarborgen we de kwaliteit. Zorg dus dat je niet achter het net vist en jij jezelf verzekert van jouw studieplek voor de opleiding tot zadelpasser!

Scheef zakkende zadels. De nachtmerrie voor paard, ruiter én zadelpasser

Zadel

“Mijn zadel gaat nu alwéér scheef! Dat moet toch niet kunnen!?” Je hoort de irritatie in haar stem. Iets minder dan een jaar geleden kocht ze namelijk een nieuw zadel, en dat zadel gaat nu – voor de tweede keer – scheef. “Dat moet toch niet kunnen met een nieuw zadel, voor dat geld?” voegt ze er aan toe. Ik snap het wel hoor, die frustratie. Ik voel ‘m namelijk ook. Wellicht herken je dit, omdat je zelf zoiets mee maakte of omdat je een stalgenootje kent met hetzelfde issue. Schuivende zadels zijn een veelvoorkomend, hardnekkig probleem. Haar paard kwam uit een revalidatietraject. Hij was herstellende van een peesblessure linksachter én bleek ook artrose te hebben in het SI gewricht links. Niets wat hem permanent ongeschikt maakte als rijpaard, maar wel iets om rekening mee te houden. Het huidige zadel was om meerdere redenen absoluut niet meer geschikt en dus werd besloten om naar een ander zadel te kijken. Bij de intake kwamen een aantal dingen naar voren. Tijdens het monsteren bleek de rechterbekkenhelft in beweging aanzienlijk meer te dalen dan links. De linkerschouder was forser ontwikkeld en ook de bespiering over de gehele ruglijn was assymetrisch: rechts was in het geheel armer bespierd dan links. Daarnaast was de rechtervoorvoet een fractie steiler dan links. De eigenaresse vertelde tevens dat ze ooit haar linker enkel gebroken had en met enige regelmaat nog wat last ondervind. Nu zou ik op dit punt héél graag willen zeggen dat dit een uitzonderlijk geval is als je het zo opsomt, maar dit komt helaas veel vaker voor dan ons lief is. De bevindingen werden met de eigenaresse besproken. Er is sprake van een grote assymmetrie in het lichaam van haar paard, deels ten gevolge van de blessure, deels waarschijnlijk al eerder aanwezig en wellicht een stukje training/management etc. Geen één paard is tenslotte honderd procent symmetrisch. Tevens hebben we het over haar oude blessure, welke ervoor zorgt dat ook zij zelf niet honderd procent recht inwerkt. Haar zadelpasser geeft direct aan dat, hoewel een zadel bij aflevering altijd recht is, regelmatig controleren extra belangrijk is omdat het zadel zich zal aanpassen aan de scheefheid van het paard én ruiter. Ze knikt instemmend. Na aflevering van het zadel wordt dit nógmaals benadrukt en wordt afgesproken dat er - gezien het revalidatietraject én de scheefheid van paard en ruiter- met grotere regelmaat controles gaan plaatsvinden. Zo ééns per drie à vier maanden, waarbij de zadelpasser niet kan garanderen dat het zadel tegen het eind van deze periode opnieuw toch wat scheef zal gaan. Een zadel zal immers áltijd de weg van de minste weerstand zoeken én ook zwaartekracht doet nu eenmaal haar werk.  Ze zijn inmiddels vier maanden verder sinds de laatste controle en zoals voorspeld gaat het zadel opnieuw scheef. Gelukkig zien we in het paard wél veel vooruitgang: de bespiering wordt langzaamaan meer symmetrisch, de verschillen in beweging in de bekkenhelften verkleinen én we zien de bespiering in het algemeen toenemen. Goed nieuws dus! Helaas heeft de eigenaresse daar op dit moment niet echt een boodschap aan. Ze is gefrustreerd. Boos over het feit dat ze “zoveel geld” heeft uitgegeven en het probleem nog steeds niet is opgelost. Gelukkig is in dit geval haar instructrice erbij die met wat meer afstand (lees: minder emotie) naar de situatie kijkt. Ze bekijkt de oude en nieuwe metingen, ze hoort het verhaal aan van de zadelpasser en begrijpt het gelukkig volledig. Het paard is herstellende van een fikse blessure, de bespiering gaat de juiste kant op, maar ze zijn er nog niet. Wat logisch is! Zulk herstel heeft tijd nodig, en wellicht zal er altijd wat restschade achterblijven waardoor volledige symmetrie niet meer haalbaar is, maar dat is wat de tijd zal moeten leren. De instructrice legt het nogmaals uit en gelukkig bedaart de eigenaresse.  Ik snap het wel; je wilt het beste voor je paard en zo’n revalidatietraject duurt nu eenmaal lang. Geloof me ... als zadelpasser zou je willen dat je kon toveren en kon zorgen dat zulke problemen niet bestonden, maar dat is nu eenmaal niet het geval. En, er vanuit gaande dat je zadel in de basis recht is, wordt de vulling niet uit zichzelf scheef. Dit ontstaat alleen door een ongelijke belasting van boven- of onderaf. Het is goed om kritisch te blijven op de professionals om je paard, maar vergeet alsjeblieft niet om ook kritisch naar jezelf en je paard te blijven kijken. Luister goed, observeer en onthoud dat ‘ideale’ situaties niet altijd haalbaar zijn. Goed paardrijden is een continu ‘work in progress’ en dus zijn er continu veranderingen, óók in je zadel …  Ook weten we uit recente onderzoeken, dat schuivende zadels in veel gevallen worden veroorzaakt door een (subtiele) onregelmatigheid van één van de achterbenen van het paard. Dit hoeven niet direct grote kreupelheden zijn, maar slechts subtiele kreupelheden. De paarden in dit onderzoek zijn vervolgens aan het aangedane been uit verdoofd en in zevenennegentig procent van de gevallen was het schuiven van het zadel vervolgens verleden tijd. De onderzoekers roepen op om schuivende zadels te zien als een voorbode van een beginnende kreupelheid en te zien als kans om vroegtijdig in te grijpen vóór het een groter issue wordt.  Meer lezen over dit onderzoek?  An investigation of the relationship between hindlimb lameness and saddle slip - Greve - 2013 - Equine Veterinary Journal - Wiley Online Library Animal Health Trust Study: Saddle Slip May Be Early Indicator of Lameness in Sport Horses (equusmagazine.com)

Lees volledig bericht

Zeven feiten over singels waarvan je paard wenst dat je ze weet!

Zadel

Meten is weten! Gelukkig wordt er steeds meer onderzoek gedaan binnen de paardensector. Het onderzoek naar singels staat op dit moment nog in de kinderschoenen, maar inmiddels zijn er wel al een aantal hardnekkige mythes enorm onderuit gehaald. Waar alle kinderen (en ouders!) op de manege nog steeds wordt geleerd om vooral goed strak aan te singelen, vertelt het onderzoek ons gelukkig iets heel anders. Tijd voor wat duidelijkheid ... 1. Elastische singels bieden geen enkel voordeel voor het paard. Sterker nog: uit onderzoek blijkt dat elastische singels vaak zorgen voor instabiliteit. Daarnaast blijkt in de praktijk dat elastische singels acht van de tien keer veel te strak worden aangetrokken. Wat door de druk het ongemak van je paard verhoogd. Singels met aan één zijde elastiek zijn helemaal uit den boze. Dit zorgt voor een ongelijke druk, wat direct weer van invloed is op de ligging van je zadel en daardoor nog minder comfortabel is voor je paard. Toch een singel met elastiek? Zorg dan dat het elastiek stevig genoeg is en niet met één hand uit te rekken is en het aan beide kanten van je singel is bevestigd. Singel vooral niet te strak aan. 2. De druk die je paard ervaart onder de singel varieert constant. Er is dus geen sprake van een gelijkmatige, constante druk. De singeldruk is in de meeste gevallen in stap lager dan bij het halt houden. De druk stijgt vervolgens in draf en in galop is de druk die je paard ervaart veruit het hoogst. 3. De grootste druk bevind zich achter de ellebogen. En niet op het borstbeen, zoals we voorheen altijd gedacht hebben. Dit verklaart ook direct waarom sommige paarden beperkt worden in de beweging van het voorbeen bij een slecht passende singel. Het is daarom ontzettend belangrijk dat je een singel kiest die voldoende anatomisch gevormd is achter de ellebogen en je de goede maat kiest. Heel vaak zien we te korte singels waarbij de gespen vlak achter de ellebogen zitten. Dit is enorm oncomfortabel voor het paard. Bij een goed passende singel, bevinden de gespen zich een handbreedte onder je zweetblad. 4. De ribbenkast van je paard beweegt minder dan je denkt! Onder de singel zet de ribbenkast zich bij in- en uitademen slechts anderhalve centimeter uit. Dat is veel minder dan voorheen altijd gedacht. 5. Te strak aan singelen heeft een negatieve invloed op de atletische prestaties van je paard. Dat klinkt natuurlijk ontzettend logisch, en dat is het in feite ook. Desalniettemin zien we in de praktijk vaak véél te strak aangetrokken singels. Let dus de volgende keer eens goed op hoe je aan singelt. Moet de singel écht nog dat ene gaatje strakker? Onthoud: vast is vast. We willen allemaal een paard dat ontspannen door de baan gaat, dit gaat een stuk lastiger als de singel tot het maximum is aangesingeld. 6. De meest optimale singeldruk zou niet boven de tien kilogram uit mogen komen. In rust. Tien kilo lijkt heel veel, maar is in feite eigenlijk vrij weinig. Bovendien is dit in rust. In draf en galop ervaart je paard een nog hogere druk. 7. Mannen hebben de neiging strakker aan te singelen dan vrouwen. Dus, mannen ... Gaatje minder mag wel! Tot slot. Luister en kijk altijd naar de signalen die je paard je geeft. Moppert je paard altijd met aan singelen? Dit is niet normaal, ook al doet je paard dit altijd. Vraag jezelf eens af; singel ik niet te strak aan? Is mijn singel wel de juiste pasvorm voor mijn paard? Ook een slecht passend zadel kan een reden zijn voor een paard om narrig te reageren met aan singelen. Past je zadel wel? Zo zijn er verschillende factoren die kunnen zorgen voor een nare reactie van je paard tijdens het aan singelen. Hou altijd in je achterhoofd dat het niet normaal is voor je paard om hier naar op te reageren en vraag je zelf eens af wat de reden zou kunnen zijn. Bronnen: Murray, R. et al 2013 "Girth pressure measurements reveal high peak pressures that can be avoided using an alternative girth design that also results in increased limb protraction and flexion in the swing fase." Wright, S. 2011 "Girth tension and their variability while standing and doing exercise." Marlin, DJ et al 2002 "Movement of thoracic and abdominal compartments during ventilation at rest and during exercise." Bowers, J & Slowcombe, R. 1999 "Influence of girth strap tensions in athletic performance of racehorses." Bowers, J & Slowcombe, R. 2000 "Tensions used on girths on thoroughbred racehorses."

Lees volledig bericht

Wat je moet weten in je zoektocht naar een zadelpasser

Zadel

We horen het zo vaak: “Ik zie door de bomen het bos niet meer!” Doelend op alle zadelmerken en alle professionals in zadelland. En trouwens, niet alleen in zadelland. Dit gaat eigenlijk op voor alle professionals rondom het paard. Hoe weet je nou wie je kunt vertrouwen? Er is tegenwoordig een wildgroei aan behandelaars met stuk voor stuk ongetwijfeld de beste intenties, maar niet altijd de juiste kennis. Paardeneigenaren doen een vervelende ervaring op en worden vervolgens wantrouwend. Begrijpelijk, al is het dan voor een goed opgeleide professional soms lastig zijn om dat vertrouwen terug te winnen.  We helpen je een handje met onderstaande feiten en tips: 1. Zadelpasser/Zadelmaker is een vrij beroep. Dat betekent dat je geen diploma of opleiding hoeft te hebben om aan het werk te gaan als zadelpasser/-maker. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een paardenfysiotherapeut of dierenarts. In principe volstaat een zak geld dus en een goede dosis lef om jezelf om te dopen tot zadelpasser/-maker.  2. Kijk naar diploma’s en certificeringen ESS-gecertificeerde zadelpassers hebben een intensieve opleiding gevolgd op hbo-niveau, waarin ze veel kennis en ervaring hebben opgedaan. Niet alleen over zadels, maar ook over de anatomie en biomechanica van zowel ruiter als paard. Onmisbare kennis! Want als je weet hoe een paardenlijf en ruiterlichaam horen te bewegen en weet wat er mis kan gaan, dan weet je ook hoe je bepaalde dingen op kunt lossen en kunt optimaliseren. Bovendien fungeren ESS’ers als sparringpartners voor hippische professionals, zoals bijvoorbeeld fysiotherapeuten en dierenartsen en kunnen ze indien nodig gericht doorverwijzen. Bovendien zijn zij onafhankelijk opgeleid. Ze zijn niet merk gebonden en kunnen je – ongeacht het merk van je huidige zadel – gedegen en onderbouwd advies geven. Bovendien blijft de kwaliteit van ESS’ers gewaarborgd door het jaarlijkse aanbod van bijscholingen, masterclasses en trainingen. Oók na het afronden van hun opleiding.  3. Vraag naar ervaringen Ervaringen van anderen kunnen je veel vertellen. Luister goed en lees tussen de regels door. Wees eerlijk: je wil iemand die eerlijk en kundig is, je niet direct aansmeert wat het beste is voor zijn of haar portemonnee, maar het je wel eerlijk zegt als je huidige zadel gewoon echt niet meer passend te maken is. Toch? Vraag eens rond bij meerdere mensen en lees ook de recensies op de betreffende Facebook en Google-bedrijfspagina’s. Tot slot wil je ook iemand die goed met je meedenkt en professioneel is. Fouten maken kan gebeuren, maar die dienen wel correct te worden opgelost.  4. Zoek naar de spreekwoordelijke klik Natuurlijk wil je iemand die kundig is, maar een klik is minstens zo belangrijk. In het team rondom jou en je paard wil je kundige mensen waarbij je het idee hebt open en eerlijk te kunnen praten over waar je tegenaan loopt. Alleen dan kun je zorgen dat jij en je paard de juiste hulp krijgen. Zorg dus dat het klikt met de betreffende professional.  5. Aansluiting Branche-vereniging In Nederland bestaat er een beroepsvereniging voor zadelpassers, de VZTD genaamd. ESS-erkende zadelpassers zijn ook erkend door deze beroepsvereniging. Zij zorgt ervoor dat de kwaliteit wordt gewaarborgd door bijscholingen en kunnen in het geval van een geschil ook onafhankelijk bemiddelen.  Een goede zadelpasser zorgt ervoor dat jij en je paard optimaal kunnen blijven presteren. We weten allemaal dat een slecht passend zadel voor veel problemen en zelfs blessures kan zorgen. Zorg dus dat je in zee gaat met iemand met verstand van zaken. Onthoud daarbij dat kwaliteit komt met een prijs maar dat de investering loont. Een goede professional is vaak niet de goedkoopste en vaak ook druk bezet. Zorg dus dat je tijdig een afspraak maakt en maak een redelijk budget vrij voor het onderhoud aan je zadel. Je paard is je dankbaar en een tripje naar de dierenarts is vaak duurder. 

Lees volledig bericht

De zin en onzin over een breed kussenkanaal en het belang van de twist 

Zadel

Gelukkig worden steeds meer paardeneigenaren zich bewust van het belang van een goed passend zadel. Heel fijn, want dat maakt ons leven als zadelpasser een stukje makkelijker. Helaas zien we in de praktijk nogal eens wat goedbedoelde adviezen voorbij komen op diverse fora, maar ook in de praktijk, die berust zijn op een misverstand. Zo ook over brede kussenkanalen. We zien en horen tegenwoordig steeds vaker oproepen voor zadels met een breed kussenkanaal voor paarden met een brede wervelkolom. In principe goed gedacht! Maar helaas wordt daarbij vaak een nog véél belangrijker onderdeel compleet overgeslagen; de ‘twist’ breedte van de zadelboom.  Laten we even bij het begin beginnen:  1. De breedte van het kussenkanaal De wervelkolom van een gemiddeld paard is ongeveer twee á drie vingers breed. Bij een wat groter, grover paard kan dit soms zelfs iets meer dan die drie vingers zijn, al komt dit niet zo heel vaak voor. De breedte van het kussenkanaal is uiteraard heel erg belangrijk. De kussens moeten de wervelkolom van je paard te allen tijde vrij laten. Hou er daarbij rekening mee dat de kussens mooi langs de wervelkolom moeten dragen, en niet hoog boven de wervelkolom aan mogen sluiten. Dit geeft namelijk druk tegen de wervelkolom aan. Daarnaast beweegt een paard en buigt in de wervelkolom naar links of rechts. Een zadel is een statisch iets en kan niet met de wervelkolom mee buigen. Om deze reden wil je graag een kleine reserve inbouwen, zodat het paard voldoende kan buigen zonder daarin door het zadel te worden gehinderd. De meeste zadels die tegenwoordig gefabriceerd worden hebben een kussenkanaal van ongeveer vier á vijf vingers breed. Kijk je eigen zadel ook eens na. Heel soms komen we nog een ouderwets zadel tegen waar je nét twee vingers tussen het kussenkanaal kunt passen. In mijn carrière ben ik nog nooit een paard tegengekomen met zúlke smalle wervels …  2. De breedte van de twist Nu wordt het iets ingewikkelder. De zadelboom dient qua vorm altijd te corresponderen met de rugvorm van je paard. Dit klinkt logisch, en dat is het ook, maar helaas gaat het hier in de praktijk tóch (te) vaak mis. De vorm van de boom wordt bepaald door de volgende aspecten: Breedte en vorm van het kopijzer De hoek van de rails Breedte tussen de rails Lengte Breedte van de rails ter hoogte van de zitting Ronding van de boom De hoek van de cantle De hoek van de rails en de breedte tussen de rails bepalen de ‘twist’ van het zadel. Dit is het gedeelte waar jij als ruiter zit en bevind zich voor je paard ter hoogte van de basis van de schoft. Als de ruimte tussen de rails te smal is, of de hoek van de rails te steil voor jouw (rondgeribte) paard, dan gaat het zadel daar altijd een drukpunt geven, ongeacht de breedte van het kussenkanaal. In een ideale setting willen we dat het paard de juiste aanspanning maakt. Dat wil zeggen dat hij zijn bekken kan kantelen, de buikspieren aan kan spannen en hierdoor de schoft omhoog kan bewegen. Op het moment dat een paard zijn schoft omhoog wil bewegen met een zadel met een te smalle en/of te steile twist, dan zal het zadel daar knijpen. Vaak zie je dan dat een zadel gaat ‘rocken’/klapperen, of zelfs naar voren schuift. Daarnaast hebben paarden in het algemeen de neiging om voor druk te wijken. Op het moment dat een paard dus tegen druk aan loopt op het moment dat het zijn schoft omhoog wil brengen, dan zal het direct reageren door zijn schoft weer weg te drukken. Het paard zal dus moeite hebben met het maken van de juiste aanspanning.  3. Herken het ongemak van jouw paard! Waaraan kun je nu herkennen dat jouw paard last heeft van een (te) smalle twist? Moeite met onderbrengen van de achterbenen, moeite met schoft omhoog bewegen/goed over de rug komen. Moeite met loslaten in de kaak of juist er achter kruipen en moeite met verbinding maken. Het zadel schuift/biedt weinig stabiliteit. Onderontwikkeling van de bespiering/atrofie achter schouders/rondom basis van de schoft.Natuurlijk zijn er heel veel oorzaken die bovenstaand beeld in het paard kunnen geven. Twijfel je? Neem dan eens contact op met een ESS-gecertificeerde zadelpasser. Zij kunnen je van onafhankelijk advies voorzien en kijken wat er nodig is om jou en je paard optimaal te laten presteren. En hou in je achterhoofd; met alleen een breed kussenkanaal ben je er nog niet!

Lees volledig bericht

Drie meest voorkomende misverstanden rondom zadels

Zadel

Voor veel ruiters zijn zadels een bron van zorgen en misverstanden. Zadelpasser is helaas een vrij beroep en dat betekent dat er veel verschil is in kwaliteit en dienstverlening onder zadelpassers. Om die reden is het voor veel ruiters moeilijk om door de bomen het bos te zien. We helpen graag een aantal hardnekkige misverstanden de wereld uit. 1. Een zadel met een verwisselbare boom past altijd! Een veel gehoorde uitspraak, die iedere keer opnieuw weer onze tenen laat krommen. In deze uitspraak gaan namelijk verschillende mythes schuil. Om te beginnen: Een boom kun je niet zomaar wisselen. Hoogstens het kopijzer! Het kopijzer is het voorste gedeelte van de boom en bepaalt de breedte van de boom. Niets meer, niets minder. Helaas voor deze mythe bepalen héél wat meer factoren de pasvorm van het zadel dan enkel de breedte van de boom. De vorm van de boom, vorm en hoogte van de kop, lengte van de boomtakken, de curve, hoek van de siderails, breedte van de twist én de waist, de lengte, maar ook de vorm van de kussens bepalen mede de pasvorm van het zadel. De breedte alleen bepaalt slechts een heel klein deel van de pasvorm. Een cruciaal deel, dat wel, maar dat geldt in principe voor alle factoren. Het is dus onmogelijk dat het verwisselen van een kopijzer (= het aanpassen van de breedte) ervoor zorgt dat het zadel altijd past.  2. Een bontje onder je zadel helpt tegen een zadel dat knelt. Ja, een bontje kan in sommige gevallen helpen. Nee, als je zadel knelt of drukpunten geeft, helpt een bontje daar niet tegen. Dit misverstand heeft op enkele fronten meer uitleg nodig. Er zijn namelijk studies uitgevoerd waaruit is gebleken dat het juist gebruiken van een bontje de druk in sommige gevallen kan verlagen. De sleutelwoorden hierin zijn: juist gebruik. En dáár gaat het mis. Te pas en te onpas worden bontjes onder goed passende, maar ook slecht passende zadels gelegd. Als je je zadel hebt laten aanmeten door een kundig en gediplomeerd zadelpasser, zonder bontje, dan mag je daar niet ineens een bontje onder leggen. Waarom niet? Simpel, een voorbeeld: Stel, jij gaat naar de ruitersportzaak om rijlaarzen te laten aanmeten. Je draagt ‘normale’ paardrijsokken of zelfs die dunne panty-achtige sokjes. De professional neemt je maten, je past het een en ander en een aantal weken later is het zover. Je perfect passende laarzen zijn binnen! Volledig op maat gemaakt, voor gebruik met ‘normale’ sokken. Dan wordt het kouder en besluit je je lekkere dikke ski-sokken erin aan te trekken. Au! Dat knelt! Dat werkt voor je paard niet anders! Een bontje kan, maar geef het aan bij het aanmeten. Het zadel zal hiervoor wellicht iets aangepast moeten worden. Een bontje kan een positief effect hebben voor paarden die erg gevoelig zijn, ruiters die wat instabiel zijn, of paarden die wat ‘bloot’ zijn. Simpelweg omdat het wel voor wat extra demping kan zorgen als het juist gebruikt wordt. Bij paarden die erg rondgeribt zijn waardoor schuiven en stabiliteit snel een issue zijn, zou ik het gebruik van een bontje afraden, omdat dit juist kan zorgen voor meer instabiliteit.  3. Goed onderhoud aan je zadel betekent regelmatig bijvullen. Goed onderhoud aan je zadel betekent regelmatig controleren! Regelmatig bijvullen hoeft lang niet altijd noodzakelijk te zijn. Sterker nog, om de twee á drie jaar raden we aan om de vulling van je zadel volledig te vervangen. Steeds maar bijvullen zorgt voor een harde vulling. De kussens van je zadel hebben een bepaalde diepte, er kan dus nooit meer vulling in dan je kussen diep is. Dat lijkt logisch. Dat betekent echter niet dat het kussen ook tot het maximum gevuld moet worden! Houd in je achterhoofd: het heet een kussen. Een goed gevuld kussen is stevig maar veerkrachtig genoeg om de bewegingen van je paard en jou als ruiter op te vangen en te dempen, en heeft als doel de druk over de paardenrug zo gelijkmatig mogelijk te verdelen. Veerkracht is hierin dus een belangrijk sleutelwoord! Een kussen wat niet meer veerkrachtig is kan niet meer dempen en verliest daarmee dus zijn belangrijkste eigenschap. Met periodiek bijvullen is niets mis, maar vraag jezelf daarbij ook eens af wanneer jouw zadel voor het laatst volledig opnieuw is gevuld? Is dit langer dan drie jaar geleden? Dan zou het zo maar eens tijd kunnen zijn voor een volledig nieuwe vulling, ook wel een reflock genoemd. Neem contact op met één van de ESS-gecertificeerde zadelpassers. Zij kunnen je voorzien van een onafhankelijk advies én kunnen je zadel indien nodig direct voorzien van een nieuwe vulling. Zodat jouw paard (en jij zelf) er weer een flinke poos pijnvrij tegenaan kan dankzij een goed onderhouden zadel. 

Lees volledig bericht

Geen kennisbankartikel voor deze categorie.

45